Basisopdrachten.

Als kind en jongere krijg je vaak opdrachten van je ouders zoals: “Ruim je spullen op”. “Poets je tanden” en “Hang je jas op”. En omdat kinderen het prettig vinden om aardig gevonden worden doen ze dat dan wel. Helaas zijn sommige opdrachten niet zo makkelijk. Wat moet je met basisopdrachten zoals: “Doe je best”. “Schiet eens op”. “Wees flink”? Een kind vraag zich dan af: wanneer doe ik mijn best? Ben ik opgeschoten? En ben ik flink?


    Omdat het kind dat niet weet gaat het er zelf een invulling aan geven of krijgt die van zijn opvoeders: je doet je best als je allemaal zevens of hoger haalt. Je bent flink als je bij de tandarts niet huilt. Maar als het kind twijfelt over de antwoorden of die niet krijgt gaat het zich onzeker voelen.

    Kinderen en jongeren die in een onzekere situatie terechtkomen vallen dan vaak terug op deze basisopdrachten die ze hebben gehad van hun ouders. Bij een examen, tijdens een uitvoering of bij een presentatie.
    Alle onmogelijk uitvoerbare opdrachten die je tijdens je jeugd hebt gehad en die een basis vormen voor onzekerheid kan je samenvatten in de volgende vijf.

    1. Doe je uiterste best!: je zal in noodsituaties keihard gaan werken. Het resultaat doet er niet toe en je kan dus ook niet nagaan of je geslaagd bent of gefaald hebt: “Ik heb hard gewerkt maar waarvoor?”
    2. Doe me een plezier!: de belangrijkste taak wordt dan om anderen tevreden te stellen. Maar je kunt niet iedereen op de wereld een plezier doen zonder jezelf weg te cijferen. Grenzen aangeven wordt moeilijk en je wordt makkelijk een pestobject.
    3. Wees sterk!: als je altijd, zelfs onder de zwaarste druk sterk moet zijn, wordt het moeilijk om emotie te tonen. Voel je dat, dan ga je het wegdrukken en dat gaat op een gegeven moment opspelen: bijvoorbeeld je krijgt migraine, je hebt een kort lontje of je gaat veel drinken.
    4. Schiet op!: je komt nergens aan toe en bent altijd op weg naar het volgende. Als je ergens aan begint ben je bang of je wel genoeg tijd hebt. Je staat voortdurend onder stress. Gaat steeds hogere eisen aan jezelf stellen. Je hebt nergens tijd voor.
    5. Wees perfect!: dit is de vervelendste opdracht die je kunt krijgen in je jeugd. Omdat ouders perfecte kinderen willen, wijzen ze op elk foutje. Jongeren die deze opdracht hebben meegekregen zullen niet vaak iets aandurven omdat ze bang zijn om het niet perfect te doen. Je wordt faalangstig en je gaat bijvoorbeeld hyperventileren als je een moeilijke opdracht krijgt.

    Herken je hier iets in? Sta je wel eens onder spanning? Onderzoek dan eens welke opdracht eraan ten grondslag ligt. Die opdracht is een onmogelijke en waarschijnlijk hebben je ouders daar ook last van. Je hoeft niet aan die opdracht te voldoen, en beter nog; je kan niet aan die opdracht voldoen.
    Probeer eens om die regel te overtreden: wat gebeurt er bijvoorbeeld als je een fout maakt of een keer ruzie maakt met iemand? Vergaat de wereld als je je werk niet op tijd af hebt? Maken ze misbruik van je gevoelens als je die laat zien? Al doende leer je om milder voor jezelf te zijn en geen onmogelijke eisen te stellen. En heb je hulp nodig? Laat je een paar keer coachen!

    Succes!!!!

    Vind je dit handige tips? En denk je dat anderen er wat aan kunnen hebben? Stuur ze door.

    Heb je nog aanvullingen? Laat graag in het commentaarveld hieronder weten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *